NAV Interacties maken of bekijken
Handleiding NAV, Functioneel Beheer, 18-07-203
Opmerkingen of Interactielogpost?
De interacties gebruiken we voor alle voorzieningsgerelateerde klantcontacten, (bijvoorbeeld: “Klant is gebeld, kous zit niet lekker, tips gegeven” Het gaat dus over een voorziening, niet over iets algemeens rondom de klant.
LET OP: De opmerkingen op de klantenkaart gebruiken we alleen voor algemene, klantgerelateerde opmerkingen, bijvoorbeeld:“Klant is slechthorend”. Het gaat dus over de klant, niet over de voorziening.
Interacties kunnen in NAV en in Connec’T gemaakt en gelezen worden. Deze uitleg gaat over NAV.
Maken van een interactie
Sommige interacties worden automatisch gemaakt, zoals bijvoorbeeld bij het versturen van een sms of het verplaatsen van een afspraak. Daarnaast kun je zelf interacties maken. Op de Klantenkaart of op de PFO kies je in het lint de knop “Interactie maken”.
Als je via de PFO een interactie aanmaakt, dan is het zorgdossiernummer al bekend en wordt deze automatisch ingevuld.
Om het invullen wat makkelijker en sneller te maken zijn er verschillende Interactiesjablooncodes.
De omschrijvingen worden na het kiezen van een Interactiesjablooncode automatisch gevuld, maar deze kun je aanpassen als dat gewenst is. Wil je meer tekst toevoegen, dan kan dat via Opmerkingen in het lint.
Later afmaken
Wil je het maken van een interactie onderbreken en hem later verder afmaken, kies dan voor Annuleren en volgens JA.
Deze interactie kun je later weer openen via het lint op de klantenkaart bij “Uitgestelde Interacties”.
Met de knop “Hervatten” kun je de interactie alsnog verder werwerken.
Lezen van interacties
Alle gemaakte / afgeronde interactielogposten zijn terug te vinden via de klantenkaart. Kies hiervoor in het lint de knop “Interactielogposten”. In dat overzicht kun je ook zien wie de interactie aangemaakt / gesloten heeft.